Nee, coach of sportcoach is dr. Rintje Agricola niet. Hij is orthopeed en expert op het gebied van heupaandoeningen; van baby’s met dysplasie en (top)sporters die heupafwijkingen ontwikkelen tot jongeren en ouderen met gewrichtsproblemen als artrose. COACH is de naam van een internationaal project waaraan hij werkt om meer inzicht te krijgen hoe en bij wie heupartrose ontstaat. De jonge, bevlogen arts en onderzoeker in het Rotterdamse Erasmus MC vertelt er graag meer over.
Artrose wordt de meestvoorkomende ziekte
Van de ruim 1,5 miljoen mensen met artrose in Nederland, is bij een half miljoen sprake van heupartrose. En die aantallen nemen alleen maar verder toe. Als we niets doen zal artrose in 2040 zelfs de meestvoorkomende ziekte zijn. Een zorgelijke ontwikkeling: “Artrose in de heup geeft veel pijn en kan mensen ontzettend beperken”, weet de orthopeed. “Helaas weten we nog steeds niet goed hoe de aandoening ontstaat en hoe we dus beter en eerder kunnen ingrijpen.”
Samenspel van factoren
Hij vervolgt: “Wel kunnen we inmiddels verschillende risicofactoren aanwijzen. Zo zien we artrose vaker bij mensen met overgewicht en bij ouderen. Daarnaast weten we dat genetische aanleg, je geslacht en de ontwikkeling en vorm van de heup een rol spelen. Maar nu het lastige: niet iedereen met overgewicht krijgt artrose, niet elke oudere ontwikkelt de aandoening en ook lang niet iedereen met een afwijkende heupvorm krijgt hierdoor kraakbeenschade in het gewricht. Het is een samenspel van factoren.”
Wie loopt nu écht risico?
“We kunnen de kans op artrose kortom eigenlijk nog helemaal niet goed inschatten per persoon. En dat zouden we wél graag willen”, zegt dr. Rintje Agricola. “Wie loopt echt risico? En hoe? Pas als je dat in kaart hebt gebracht, kun je gericht met mensen aan de slag om de aandoening in een vroeg stadium te behandelen of zelfs preventieve maatregelen treffen om het te voorkomen.”
Vroege herkenning, gerichte (preventieve) behandeling
Daarop richt het onderzoek van dr. Rintje Agricola zich: een vroege herkenning van de risicogroepen. En daarmee een vroege (preventieve) behandeling-op-maat. Hij vertelt: “Nu krijgt iedereen die zich met klachten meldt eenzelfde soort behandeling. Die bestaat uit pijnstilling, spierversterkende oefeningen, soms gewichtsverlies of zelfs een heupprothese. Maar eigenlijk kunnen we vooraf moeilijk inschatten of deze middelen iemand echt zullen helpen. Om dat te kunnen, moeten we eerst begrijpen hoe artrose precies ontstaat bij die ene persoon, en welke risicofactoren daarbij een rol spelen.”
Wereldwijde database
Hoe kom je daar nu op individueel niveau achter; wat is daarvoor nodig? “Data, veel data. Van heel veel mensen uit de hele wereld”, vertelt hij. “Die bestuderen we nu binnen het project COACH.”
Wat is het COACH-project?
- World COACH staat voor Worldwide Collaboration in OsteoArthritis prediCtion of the Hip
- Het is een unieke internationale samenwerking
- Doel: beter inzicht krijgen hoe en bij wie heupartrose ontstaat
Hoe werkt het COACH-project?
➤ COACH maakt gebruik van data uit alle zogeheten prospectieve cohortstudies die in de wereld beschikbaar zijn. Dat zijn studies waarin grote groepen mensen voor een aantal jaar zijn gevolgd.
➤ Er zijn uitslagen beschikbaar van bloed- en urineonderzoeken, van bewegingstests, vragenlijsten over leefstijl en genetische informatie.
➤ Van iedereen zijn bovendien röntgenbeelden van de heup gemaakt.
➤ Er wordt nu teruggekeken welke mensen wel en welke mensen geen
heupartrose hebben ontwikkeld.
➤ In totaal zijn gegevens beschikbaar van maar liefst 40.000 mensen uit onder meer Australië, de VS, Nederland en Engeland.
➤ Om deze enorme hoeveelheid data automatisch te kunnen analyseren worden slimme computertechnieken gebruikt (Artificial Intelligence).
Gegevens van 40.000 mensen
Van de 40.000 mensen die in de studies binnen het Coach-project zijn gevolgd hebben sommige mensen wel heupartrose ontwikkeld en anderen niet. “Wij kijken nu of er factoren of omstandigheden zijn die bij de mensen mét artrose vaker voorkwamen op het moment dat ze de aandoening nog niet hadden, dan bij de groep die geen heupartrose ontwikkelt”, legt dr. Agricola uit.
Cam-vormige heup: te veel bot op de heupkop
Dit onderzoek loopt nog. Maar er zijn al wel interessante dingen gevonden: “Zo hebben we gezien dat een bepaalde heupvorm (cam-vorm) de kans op artrose met wel 600 tot 700 procent verhoogt (zie afbeelding). Bij een cam-vorm draaien de heupkop en de heupkom niet goed in elkaar tijdens bewegen. Dit komt doordat er te veel bot op de heupkop zit waardoor deze niet meer rond maar afgeplat is. Hierdoor schuurt de kop steeds in het kommetje, het kraakbeen beschadigt en er kunnen pijnklachten en artrose ontstaan.”
Kan ontstaan door intensief sporten
De onderzoeker en orthopedisch chirurg legt uit: “Met zo’n cam-vorm word je niet geboren, dit ontstaat vaak in de puberteit tijdens de tweede groeispurt als gevolg van een hoge belasting van het bot, bijvoorbeeld door intensief sporten. En zoiets heb je zelf niet meteen door; de klachten verschijnen vaak pas vele jaren later.
Het zou mooi zijn als we deze mensen er vroegtijdig kunnen uitpikken zodat we preventieve middelen kunnen inzetten. Dan kun je denken aan gerichte aanpassingen in de sport, zoals speciale richtlijnen voor jongeren. En daarnaast kun je secundaire preventie doen met bijvoorbeeld fysiotherapie.”
Persoonlijke voorspellers
“Daarvoor hebben we dus voorspelmodellen nodig. Want je kunt moeilijk van iedere jonge persoon die veel sport en verder geen klachten heeft voortdurend röntgenfoto’s laten maken. Of stellen dat je dan maar beter niet intensief kunt sporten. De voordelen van sporten wegen uiteindelijk zwaarder. Niet alle sporten vormen trouwens een verhoogd risico. Ook daarnaar doen we onderzoek”, vertelt de arts.
Niet alleen mensen met een cam-vormige heup lopen meer risico, ook kinderen bijvoorbeeld die geboren worden met heupdysplasie. Bij deze personen is de heupkom te ondiep, waardoor de krachten in de heup op een kleiner kraakbeenoppervlak verdeeld moeten worden. Maar ook hier geldt: niet ieder kind met een ondiepe heupkom krijgt later artrose. Wanneer gebeurt dat wel en juist niet?
Artrose voorkomen
“Hopelijk kunnen we als artsen straks veel gerichter onderzoeken”, zegt Agricola. “Als we exact weten waarop we moeten letten, kunnen we de kans op deze aandoening goed inschatten en voortijdig ingrijpen. Of nog beter: artrose voorkomen!”

Happy Hip
Voor zijn vervolgonderzoek ‘The Happy Hip: towards prevention of osteoarthritis’ kreeg Agricola een Veni-subsidie van NWO. Dat is een subsidie voor jonge getalenteerde onderzoekers die een innovatief idee hebben. Ook ReumaNederland draagt hieraan bij. Hiermee kan de orthopeed nog gedetailleerder onderzoek doen met het World COACH-project.