5 x sneller opsporen (zeldzame) reuma

Vijf veelbelovende onderzoeken van start
Dit zijn de projecten die we hebben uitgekozen. Wie zijn de onderzoekers, wat gaan ze precies doen en wat hopen we daarmee te bereiken?
- Reumatoïde artritis
- ANCA-geassocieerde vasculitis (AVV)
- Jeugdreuma en uveïtis
- Reumatoïde artritis
- Systemische sclerose
Reumatoïde artritis
1. De race tegen RA: klachten herkennen voordat ze er écht zijn
- Wie: reumatoloog prof. dr. A.H.M. van der Helm – van Mil
- Waar: afdeling Reumatologie, Leids Universitair Medisch Centrum & Erasmus Medisch Centrum Rotterdam
Dit vooruitzicht willen we voorkomen
Reumatoïde artritis (RA) is een nare gewrichtsziekte die het dagelijks leven flink kan belemmeren. Zo erg dat bijvoorbeeld zelfs het opendraaien van een potje of een stukje lopen een pijnlijke exercitie is. Ons doel? Zorgen dat mensen met beginnende klachten nooit in dit stadium terechtkomen.
We zijn goed op weg
We zijn al een heel eind. Dankzij onderzoek kunnen we nu:
- Vroeg signaleren: We hebben een manier gevonden om mensen te herkennen die mogelijk op weg zijn om RA te ontwikkelen. Deze fase heet Clinically Suspect Arthralgia (CSA).
- Risico voorspellen: Met een internationaal risicomodel kunnen we nu inschatten hoe groot de kans is dat iemand daadwerkelijk RA krijgt.
- Tijdelijk behandelen werkt: Onderzoek laat zien dat een korte behandeling in het CSA-stadium langdurige voordelen oplevert. Medicijnen zoals methotrexaat verminderen klachten, verbeteren het functioneren, en verkleinen het risico op RA.
Maar er is nog een grote uitdaging. Hoe weten we nu of de behandeling écht werkt bij deze mensen?
Wat we missen: een goede meetlat
Bij RA hebben we hulpmiddelen zoals de DAS-score om te meten hoe actief de ziekte is. Maar voor mensen met CSA hebben we nog geen vergelijkbare tool. Daardoor is het lastig om snel en nauwkeurig te zien of een behandeling effect heeft.
Daarom werken we aan een score (DAS-voor-CSA)
Hoe pakken we dit aan?
- Unieke data uit Nederland: We gebruiken unieke data van Nederlandse patiënten om de score te ontwikkelen.
- Internationale samenwerking: Samen met onderzoekers, artsen en patiënten uit de hele wereld testen we de score verder.
- Nieuwe inzichten: We verzamelen ook extra gegevens via lopende onderzoeken in Leiden en Rotterdam.
Wat levert dit op?
Met deze nieuwe score kunnen we:
- Behandelingen beter volgen: Artsen zien snel of een behandeling aanslaat en kunnen deze zo nodig aanpassen.
- Overbehandeling voorkomen: Niet iedereen heeft dezelfde intensieve zorg nodig. Met een nauwkeurige meetmethode kunnen we onnodige behandelingen vermijden.
- Efficiënter onderzoek doen: Dankzij deze tool kunnen we sneller en beter bepalen welke medicijnen echt het verschil maken voor patiënten met CSA.
Waarom dit zo belangrijk is
Dit betekent dat we in de toekomst mensen met CSA een veel betere kans kunnen geven om RA te voorkomen. En dat betekent: minder klachten, minder zorgen en een betere kwaliteit van leven.
ANCA-geassocieerde vasculitis (AVV)
2. Slimme immuuncellen voorspellen zeldzame vasculitis
- Wie: dr. Wayel Abdulahad
- Waar: UMC Groningen, afdeling Reumatologie & Klinische Immunologie
Wat is ANCA-geassocieerde vasculitis (AAV)?
AAV is een zeldzame auto-immuunziekte waarbij kleine bloedvaten ontstoken raken. Dit kan schade veroorzaken aan organen zoals de luchtwegen en de nieren. Hoewel er behandelingen zijn, kunnen we de ziekte helaas niet genezen. Vaak komt de ziekte terug, wat het risico op orgaanschade vergroot.
Het probleem met voorspellingen
Het is moeilijk te voorspellen welke patiënten een terugval krijgen. Hoewel er aanwijzingen zijn, zoals veranderingen in bepaalde antistoffen (ANCA), zijn deze niet betrouwbaar genoeg. Dit maakt het lastig om goed in te schatten hoe de ziekte zich ontwikkelt.
Een nieuwe aanpak: de rol van Treg-cellen
Onze eerdere onderzoeken laten zien dat bij AAV-patiënten een specifiek type afweercel, de regulatoire T-cel (Treg), niet goed werkt. Treg-cellen helpen het immuunsysteem als het ware in balans te houden en voorkomen dat het lichaam zichzelf aanvalt. Veranderingen in deze cellen lijken vooraf te gaan aan ziekte-opvlammingen. Door deze Treg-cellen beter te volgen, kunnen we mogelijk eerder zien hoe de ziekte zich ontwikkelt en wie risico loopt op een terugval.
Ons onderzoek
We hebben al aanwijzingen dat het monitoren van Treg-cellen een goede manier kan zijn om de ziekte te volgen. In dit project willen we met geavanceerde technieken verder onderzoeken of veranderingen in deze cellen ons kunnen helpen om ziekteactiviteit en terugval bij AAV-patiënten beter te voorspellen.
Jeugdreuma en uveïtis
3. Slimmer screenen op ernstige oogontsteking bij jeugdreuma
- Wie: reumatoloog dr. Joost Swart
- Waar: afdeling kinderreumatologie WKZ, UMC Utrecht
Onnodige schade aan het zicht
Veel kinderen met jeugdreuma krijgen ook te maken met een ontsteking aan de ogen. Deze ontsteking verloopt vaak ongemerkt. Maar als de ontsteking onbehandeld blijft, kan dit ernstige gevolgen hebben, zoals schade aan het zicht. Daarom is het belangrijk dat kinderen met jeugdreuma regelmatig door een oogarts worden gecontroleerd.
Vaker naar de oogarts? Dat geldt niet voor iedereen
Helaas gaat dit niet altijd goed. Ongeveer 1 op de 4 kinderen komt niet vaak genoeg bij de oogarts en loopt daardoor risico op blijvende oogschade. Nu hebben niet alle kinderen dezelfde kans om een oogontsteking te ontwikkelen. Sommige kinderen lopen meer risico en zouden vaker gecontroleerd moeten worden, terwijl anderen juist minder risico lopen en minder controles nodig hebben.
Ook is niet elk medicijn tegen jeugdreuma even effectief in het voorkomen van oogontsteking. Dit betekent dat sommige kinderen extra bescherming nodig hebben.
Ons onderzoek
Met het zogeheten UCAN-C-onderzoek willen we de zorg voor oogontsteking bij kinderen met jeugdreuma verbeteren. We richten ons op:
- Beter zicht op controles: Hoe vaak worden kinderen nu gecontroleerd, en is dat voldoende?
- Risico’s beter inschatten: We willen beter voorspellen welke kinderen een grotere kans hebben op oogontsteking. Bij meisjes lijkt een erfelijke factor een belangrijke rol te spelen. Meisjes met deze factor zouden vaker gecontroleerd moeten worden om schade te voorkomen. Meisjes zonder deze factor hebben mogelijk minder vaak of zelfs helemaal geen controles nodig.
- Effectieve medicijnen vinden: We onderzoeken welke medicijnen tegen jeugdreuma ook helpen om oogontsteking te voorkomen, zodat we deze kennis kunnen gebruiken om kinderen met een hoog risico beter te beschermen.
Met deze aanpak hopen we de zorg voor kinderen met jeugdreuma persoonlijker, veiliger en effectiever te maken.
Reumatoïde artritis
4. Gebruik mini-orgaantjes voor betere behandeling RA
- Wie: reumatoloog prof. dr. Sander W. Tas
- Waar: afdeling Reumatologie en Klinische Immunologie Amsterdam UMC (locatie AMC/Universiteit van Amsterdam)
Lange weg van steeds weer nieuwe medicijnen uitproberen
Reumatoïde artritis (RA) is een veelvoorkomende ziekte waarbij gewrichten chronisch ontstoken raken. Zonder goede behandeling kan dit leiden tot blijvende schade en een flinke impact op de kwaliteit van leven. Hoewel er veel medicijnen beschikbaar zijn, is genezing helaas nog niet mogelijk. Bovendien werkt niet elke behandeling bij iedere patiënt, waardoor veel mensen een lange weg van proberen en wisselen van medicijnen doorlopen. Dit kost tijd, brengt bijwerkingen met zich mee, en kan teleurstellend zijn.
Waarom reageert niet iedereen hetzelfde op behandeling?
Uit onderzoek blijkt dat de samenstelling van ontstoken gewrichtsweefsel sterk verschilt van persoon tot persoon. Deze verschillen in de moleculaire structuur en het uiterlijk van het weefsel kunnen verklaren waarom een behandeling bij de één wel aanslaat en bij de ander niet.
De kracht van mini-orgaantjes
In andere medische vakgebieden worden zogenaamde organoïden – mini-orgaantjes gekweekt uit patiëntmateriaal – al gebruikt om te voorspellen hoe goed een behandeling werkt. Deze organoïden bevatten dezelfde genetische- en ziektekenmerken als het oorspronkelijke weefsel en bieden daarmee een uniek testplatform.
Onlangs is het ons gelukt om organoïden te maken uit gewrichtsweefsel van RA-patiënten. Deze mini-orgaantjes lijken sterk op het echte gewrichtsweefsel en zijn ideaal om de effecten van medicijnen te testen. Door deze techniek verder te ontwikkelen, willen we een gepersonaliseerd systeem creëren waarmee we per patiënt kunnen voorspellen welke behandeling het beste werkt.
Minder bijwerkingen en frustraties
Met deze aanpak kunnen we het proces van ‘trial & error’ vervangen door een gerichte behandeling die vanaf het begin meer kans van slagen heeft. Dit bespaart patiënten onnodige bijwerkingen en frustratie, en zorgt ervoor dat ze sneller de behandeling krijgen die voor hen het meest effectief is. Mini-orgaantjes brengen ons dichter bij een toekomst waarin de zorg voor RA echt op maat kan worden geleverd.
Systemische sclerose (sclerodermie)
5. Nieuwe aanpak om systemische sclerose te voorkomen
- Wie: reumatoloog dr. J.K. de Vries-Bouwstra en dr. Cynthia Fehres
- Waar: afdeling reumatologie, Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC)
Wat is systemische sclerose?
Systemische sclerose, ook wel sclerodermie genoemd, is een ernstige auto-immuunziekte die ontstekingen en verharding van het bindweefsel veroorzaakt. Bindweefsel zit door het hele lichaam en houdt de cellen van de huid, gewrichten, spieren en organen bij elkaar. Bij systemische sclerose ontstaan littekens en schade aan kleine bloedvaten, wat kan leiden tot blijvende problemen in de huid en organen.
Wat kunnen we leren van andere ziekten zoals RA?
Bij andere auto-immuunziekten, zoals reumatoïde artritis, is aangetoond dat vroeg behandelen in een voorstadium blijvende schade kan voorkomen. Voor SSc willen we een vergelijkbare aanpak ontwikkelen.
Het voorstadium van SSc: wat weten we?
Een veelvoorkomende klacht in het voorstadium van SSc is het fenomeen van Raynaud. Hierbij verkleuren vingers en tenen tijdelijk wit of blauw door een verminderde doorbloeding. Bij sommige mensen zijn in dit stadium ook bepaalde antistoffen in het bloed aanwezig. Als deze antistoffen worden gevonden, is de kans op het ontwikkelen van SSc zes keer zo groot.
Het probleem is dat Raynaud ook voorkomt bij gezonde mensen en dat niet iedereen met deze klachten uiteindelijk SSc ontwikkelt. Dit maakt het moeilijk te voorspellen wie risico loopt en wie niet, wat tot onzekerheid leidt bij zowel patiënten als artsen.
Wat willen we onderzoeken?
Met ons onderzoek willen we meer duidelijkheid scheppen en bijdragen aan de preventie van SSc:
- Impact begrijpen: We brengen in kaart hoe het voorstadium de levens van mensen beïnvloedt, zodat we betere voorlichting kunnen ontwikkelen.
- Risico voorspellen: We werken aan een voorspelmodel om het persoonlijke risico op SSc nauwkeuriger te bepalen.
- Antistoffen en B-cellen onderzoeken: Door de eigenschappen van antistoffen en B-cellen (de immuuncellen die antistoffen aanmaken) beter te begrijpen, hopen we de risicovoorspelling verder te verbeteren.
Behandelen in voorstadium
Met deze inzichten willen we een nieuwe aanpak ontwikkelen om SSc te voorkomen. We streven ernaar preventieve behandelingen te kunnen starten in het voorstadium, zodat onherstelbare schade kan worden voorkomen.