Herkennen en doorverwijzen van mensen met reuma kan en moet efficiënter
Wetenschappelijk onderzoek is voor ReumaNederland enorm belangrijk. Zonder onderzoek geen nieuwe kennis of doorbraken. Zonder onderzoek uiteindelijk geen genezing van reuma. Om alleen de allerbeste studies te steunen, heeft ReumaNederland zelf ook goede wetenschappers in huis.

Syndroom van Tietze
De loopbaan van Elke van Delft (29) is best een bijzonder verhaal. Een verhaal dat op jonge leeftijd begint bij een opleiding aan de dansacademie, en veel interesse in sport en gezondheid. Elke besloot daarom Bewegingswetenschappen te gaan studeren in Maastricht. Maar toen ze bijna klaar was met haar masteropleiding kreeg Elke pijnklachten op haar borst. Een oplettende huisarts zorgde voor een snelle, maar ‘verrassende’ diagnose: het syndroom van Tietze, een vorm van ontstekingsreuma waarbij het ribkraakbeen ontstoken raakt.
Vroege herkenning is zo belangrijk
“Ik wist niet veel van reuma, laat staan van deze best zeldzame vorm. Nederland telt ongeveer 5.000 patiënten. Met alles wat ik inmiddels weet, heb ik achteraf gezien geluk gehad dat mijn klachten meteen door de huisarts werden herkend. Dat is zeker niet bij iedereen met reuma het geval. Een vroege herkenning en diagnose bij reuma zijn zo belangrijk”, weet Elke ook vanuit haar promotieonderzoek.
Promotieplek
Elke heeft gelukkig weinig last van haar aandoening. De medicijnen die ze kreeg, sloegen meteen aan en ze kon haar studie gewoon vervolgen. Wel zorgde de diagnose ervoor dat haar pad niet richting de wereld van (top)sport ging, maar naar de wereld van reuma. Ze koos voor een beleidsstage bij de vereniging van Tietze- en costochondritispatiënten. Om vervolgens, na haar afstuderen, te kiezen voor een promotieplek in het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam. Haar onderzoek richtte zich op het proces van doorverwijzen van mensen met reumatische klachten.
Proces van doorverwijzen niet optimaal
Ze vertelt: “Voor mensen met vormen van ontstekingsreuma is snelle doorverwijzing naar een reumatoloog heel belangrijk. Een vroege diagnose zorgt ervoor dat je op tijd kunt starten met een passende behandeling, waardoor gezondheidsschade beperkt blijft.” Maar nu het lastige: “Voor patiënten zónder deze ontstekingsziekte wil je verwijzen naar dure ziekenhuiszorg juist voorkomen.” Op dit moment verloopt het proces van herkenning en doorverwijzing niet optimaal, stelt Elke: “Reumatologen zien regelmatig patiënten die zij niet zouden moeten of hoeven zien. En omgekeerd worden patiënten die wél ontstekingsreuma hebben, soms heel laat of helemaal niet doorverwezen.“
Zeventig procent van doorverwijzingen is geen ontstekingsreuma
Cijfers onderstrepen haar verhaal: uit onderzoek blijkt dat meer dan zeventig procent van de patiënten die voor het eerst bij de reumatoloog komen, uiteindelijk geen ontstekingsreuma heeft. Daarnaast is aangetoond dat er in een verwijzing soms wel maanden of jaren vertraging kan optreden. “Dit is niet alleen vervelend en nadelig voor patiënten, maar voor de gehele gezondheidszorg.”
Zorg staat onder druk
Want die zorg staat onder druk. “Verwacht wordt dat het aantal verwijzingen voor klachten aan spieren, gewrichten, pezen en zenuwen tot wel vijftien procent zal toenemen. En dat betekent: meer kosten. Maar ook: een tekort aan specialisten. Het is daarom relevant om te onderzoeken hoe we de zorg beter kunnen organiseren en benutten”, licht Elke toe.
Volgens Elke van Delft is een nauwe en betere samenwerking nodig tussen huisarts en reumatoloog, waarin bovendien meer patiëntgericht wordt gewerkt. Ze onderzocht daarvoor twee strategieën.
Nieuwe checklist voor huisarts
“Ik heb eerst gekeken naar de toepassing van een zogenaamde digitale verwijsregel”, vertelt ze. “Daarbij schrijven de reumatologen een online checklist voor die door de huisarts kan worden ingevuld als een patiënt op consult komt. In die verwijsregel staat een aantal kenmerken op basis waarvan duidelijk wordt of de patiënt wel of geen risico heeft op een vorm van ontstekingsreuma. Als dat risico er is, is het advies om de patiënt door te verwijzen.“
Triage bij huisarts
Daarnaast onderzocht Elke het effect van triage bij huisartsen. Ze legt uit: “Bij deze manier van werken komt de reumatoloog ter ondersteuning meekijken in de huisartsenpraktijk tijdens een speciaal spreekuur.”
Meer mensen op de juiste plek
Beide methoden lieten een enorme winst zien. “Nu is het zo dat ongeveer twintig procent van de doorverwezen patiënten ontstekingsreuma heeft. Door gebruik te maken van de checklist of een speciaal spreekuur met een reumatoloog in de huisartsenpraktijk, kan dit tot zeker vijftig procent worden verhoogd”, vertelt Elke. “Zo komen meer mensen meteen op de juiste plek. Dat is gunstig voor het ziektebeloop en gunstig voor de zorg.”
Onderzoek naar vroegdiagnostiek
Ze hoopt dat beide onderzochte strategieën uiteindelijk hun weg zullen vinden naar de eerstelijnszorg (de huisartsen). Ondertussen richt Elke zich op haar werk als programmacoördinator bij ReumaNederland. Ook daar heeft onderzoek naar vroegdiagnostiek haar volle aandacht. Samen met de collega’s van Onderzoek & Innovatie buigt ze zich de komende maanden over onderzoeksvoorstellen op dit specifieke thema, die ReumaNederland kan honoreren.