Wat is osteoporose?
Osteoporose wordt ook wel botontkalking genoemd. Bij osteoporose worden je botten minder stevig en minder sterk, doordat de botdichtheid afneemt. De structuur van je bot verandert en gaat er vanbinnen meer als een spons uitzien. Door de afname van de hoeveelheid bot én de veranderde botstructuur heb je sneller last van botbreuken.
De aandoening komt veel voor bij mensen boven de 50 jaar, vaker bij vrouwen dan bij mannen. Soms ontstaat osteoporose eerder, bijvoorbeeld als je een andere reumatische aandoening hebt zoals:
- reumatoïde artritis (RA)
- axiale spondyloartritis (de ziekte van Bechterew)
- SLE
Ook gebruik van corticosteroïden (zoals prednisolon) leidt vaak tot osteoporose.
Vooral vrouwen na de overgang hebben een verhoogd risico op zowel osteoporose als een botbreuk. Ook mannen die ouder dan 50 jaar zijn en minder dan een jaar geleden een botbreuk opliepen, hebben een verhoogd risico op een nieuwe breuk. Bij een botbreuk is het dus raadzaam om te laten onderzoeken of je osteoporose hebt, zeker als je boven de 50 jaar bent.
Wil jij inschatten wat jouw risico op osteoporose is? Doe dan de zwakke bottentest van de Osteoporosevereniging.
Naar de zwakkebottentest
Vaak breek je een bot door een valpartij. Wil je weten hoe je vallen kan voorkomen?
Osteoporose komt veel voor. Wereldwijd krijgt ongeveer 1 op de 3 vrouwen en 1 op de 8 mannen osteoporose. Ook jongere mensen krijgen soms osteoporose.
Botten verliezen hun stevigheid bij het ouder worden. Bot is levend weefsel. Het wordt je hele leven lang voortdurend opgebouwd en weer afgebroken. Vóór je 30ste jaar is de opbouw groter dan de afbraak. Het bot groeit en wordt steviger. Na je 35ste jaar wordt de afbraak steeds groter. De botten verliezen dan langzaam hun stevigheid. Dat gebeurt bij iedereen.
Risicofactoren
Er bestaat een aantal factoren waardoor je een grotere kans hebt op het krijgen van osteoporose en het oplopen van een botbreuk. Je hebt een verhoogd risico als je:
- ouder bent dan 60 jaar
- een laag lichaamsgewicht hebt: je weegt minder dan 60 kg of je BMI is lager dan 20
- erg weinig lichaamsbeweging hebt
- een ouder hebt die een heup heeft gebroken
- een vitamine D-tekort hebt
- rookt
- veel alcohol drinkt (meer dan 3 glazen per dag)
- een wervelinzakking hebt
- korter dan een jaar geleden al iets hebt gebroken na je 50ste levensjaar
- meer dan 1 keer gevallen bent in het afgelopen jaar
- bepaalde geneesmiddelen gebruikt, zoals:
⋅ prednison, vooral als je meer dan 7,5 mg per dag gebruikt
⋅ anti-epileptica
⋅ anti-hormonale therapie bij borst- en prostaatkanker
Sommige geneesmiddelen vergroten jouw risico op vallen. Denk hierbij aan slaap- of kalmeringstabletten of aan antidepressiva. Overleg met je arts om deze medicijnen waar nodig aan te passen.
Osteoporose door een andere aandoening
Osteoporose kan ook ontstaan doordat je een andere chronische aandoening hebt. Het verloop van die onderliggende aandoening bepaalt hoe de osteoporose zich ontwikkelt. Je arts behandelt je dan voor beide aandoeningen.
Dit speelt bij de volgende aandoeningen:
- reumatoïde artritis (RA)
- axiale spondyloartritis (de ziekte van Bechterew)
- artritis psoriatica
- SLE
- COPD
- het syndroom van Cushing
- diabetes mellitus
- vervroegde overgang
- een te snel werkende schildklier
- ontstekingsziekten van je darm, zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa
- slecht werkende nieren
- een orgaantransplantatie
Mensen met reumatoïde artritis (RA) lopen twee keer meer risico op osteoporose dan mensen zonder RA. De langdurige gewrichtsontstekingen kunnen de kwaliteit van de botten aantasten. Hoewel het minder goed onderzocht is, geldt hetzelfde waarschijnlijk ook voor mensen met axiale spondyloartritis (de ziekte van Bechterew), artritis psoriatica en SLE.
Een botbreuk
Osteoporose merk je niet, totdat je iets breekt. Meestal merk je dat natuurlijk direct, en meestal gebeurt het na een val. Bij een botbreuk heb je pijnklachten en soms heeft het gebroken bot ook een andere stand. Een breuk kan echter ook spontaan, dus zonder ongeluk of val, ontstaan; dat zien we vooral bij wervels.
Als een wervel inzakt ontstaat een heftige pijn in de rug, die na een aantal weken weer vermindert. Maar het komt ook voor dat je er in het begin niks van voelt en pas later (pijn)klachten krijgt. Soms ook merk je alleen dat je kleiner bent geworden.
Een ingezakte wervel verhoogt de kans op inzakking van andere wervels. Als er meerdere wervels inzakken, leidt dit tot meer pijn in je rug vooral bij bewegen. Helaas is een ingezakte wervel niet te herstellen.
Houding
Naarmate er meer wervels inzakken, wordt je wervelkolom korter, dat kan wel 5 tot 15 cm schelen. Door de inzakkende wervels krijg je bredere flanken. Soms raakt je onderste rib de rand van je bekken. Dat is vaak pijnlijk. En je houding verandert naar een meer voorovergebogen houding; dit heet ‘kyfose’.

Als je na je 50ste een bot breekt of je bent kleiner geworden, dan is het verstandig om te laten onderzoeken of je osteoporose hebt. Heeft je arts je een dergelijk onderzoek nog niet voorgesteld? Vraag er dan naar.
Om na een botbreuk of lengteverlies te onderzoeken of je osteoporose hebt, doet je arts een aantal onderzoeken. Dit gebeurt meestal in 4 stappen:
- Een DEXA-scan van je heup en wervelkolom
Hiermee wordt de bothoeveelheid ofwel botdichtheid gemeten. Hoe lager de botdichtheid, hoe groter de kans op een botbreuk.
Voor de botdichtheid worden T-scores gebruikt:- T-score tussen de +1 en -1: er is geen probleem
- T-score tussen de -1 en -2,5: osteopenie (verminderde botmassa)
- T-score -2,5 of lager: osteoporose (sterk verminderde botmassa)
- Een VFA-onderzoek of een röntgenfoto
Dit is een opname van al je wervels om te beoordeling of er een inzakking is. VFA betekent: Vertebral Fracture Assessment en wordt ook wel een wervelhoogtemeting genoemd. - Bloedonderzoek
Je arts laat je bloed meestal onderzoeken om te weten of je voldoende vitamine D hebt. Vitamine D zorgt ervoor dat je calcium via je voeding op kunt nemen en heeft invloed op je spierkracht. Calcium is een bouwstof voor je botten. Meestal laat je arts ook andere stoffen in je bloed en je urine onderzoeken. Dat is om andere aandoeningen uit te sluiten. - Je valrisico in kaart brengen
Vallen leidt vaak tot een botbreuk. Daarom wil je arts weten hoe groot het risico is dat je valt. Met een korte vragenlijst brengt je arts je persoonlijke valrisico in kaart. Daarnaast doet je arts vaak ook een lichamelijk onderzoek om te kijken hoe je spierkracht is en of je goed in balans kan blijven.
Osteoporose begint vaak geleidelijk, zonder klachten. Zolang je niets breekt, lijkt het alsof er niks aan de hand is.
Als jij of je arts de risicofactoren tijdig herkennen, is osteoporose te behandelen. Hierdoor kan je botdichtheid en de sterkte van je bot weer verbeteren.
Het is belangrijk dat je extra aandacht gaat schenken aan je voeding (calcium en vitamine D) en dagelijkse beweging. Met bewegen (tegen de zwaartekracht in, bijvoorbeeld wandelen of traplopen) belast je je botten waardoor ze sterker worden.
Diagnose vaak na botbreuk
Vaak blijkt pas dat je osteoporose hebt, nadat je iets hebt gebroken. De kans is groot dat je dan opnieuw iets breekt. Ben je 50 jaar of ouder, dan is een botbreuk een reden om te onderzoeken of je osteoporose hebt.
Ruggenwervels ingezakt
Een wervelinzakking is ook een botbreuk. Spontane wervelinzakkingen merk je meestal op als je kleiner wordt. Sommige mensen hebben in het begin pijnklachten die verminderen als de wervels zich na een tijdje aan de nieuwe situatie hebben aangepast. Het is belangrijk om onderzoek te laten doen, omdat een spontane wervelinzakking een uiting is van een erg slechte botkwaliteit, waarbij je bijna altijd behandeling nodig hebt.
Wat je zelf kan doen
De behandeling van osteoporose bestaat vooral uit het voorkomen dat het erger wordt. Wat daarbij helpt is:
- Bewegen: je maakt je botten sterker door te bewegen tegen de zwaartekracht in. Denk aan wandelen, tennissen, hardlopen, touwtje springen enzovoorts. Stevige spieren en een goede balans zijn nodig om te voorkomen dat je valt.
- Juiste voeding: breng zoveel mogelijk variatie in je voeding aan en zorg dat je voldoende calcium (kalk) binnenkrijgt en vitamine D (800 IE of 20 microgram per dag) binnen krijgt. Eet je geen zuivel (bijvoorbeeld vanwege een allergie of omdat je plantaardig eet) overleg dan met een diëtist en met je arts hoe je toch voldoende calcium binnenkrijgt.
Wil je meer lezen over calcium en vitamine D in je voeding? - Stoppen met roken
- Minder of geen alcohol gebruiken
- Zonlicht: Maak regelmatig gebruik van voldoende zonlicht in de zomer. Door zonlicht maakt je lichaam vitamine D aan. Teveel zonlicht op je huid is schadelijk, dus blijf niet te lang in de zon. En voorkom verbranding van je huid.
Medicijnen
- Pijnstillers: Je krijgt vaak pijnstillers bij een plotselinge breuk. Dit kan een eenvoudige pijnstiller als paracetamol zijn of een ontstekingsremmende pijnstiller (NSAID).
- Calciumtabletten: Soms krijg je calciumtabletten voorgeschreven. De hoeveelheid is een aanvulling op de hoeveelheid calcium die je via je voeding binnenkrijgt.
- Vitamine D: dit is vrijwel altijd nodig, omdat je na je 50e het zonlicht minder goed in je huid omzet naar vitamine D.
Als de osteoporose behandeld moet worden om nieuwe breuken te voorkomen, kan gekozen worden uit:
- Bisfosfonaten
Deze middelen helpen je botsterkte te stabiliseren en het risico op een volgende breuk te verlagen. Bekende bisfosfonaten zijn alendroninezuur en risedroninezuur. Alendroninezuur gebruik je als tablet of drankje. - Denosumab
Dit medicijn helpt de botafbraak tegen te gaan en het risico op een volgende breuk te verlagen. Je krijgt het elke zes maanden via een onderhuidse injectie toegediend. Het is belangrijk deze injectie niet uit te stellen of over te slaan zonder overleg met je arts, omdat je het risico op een spontane wervelinzakking dan tijdelijk verhoogt. - Raloxifeen
Dit is een middel dat heel soms wordt gebruikt bij de behandeling van osteoporose bij vrouwen. Het lijkt een beetje op oestrogeen maar het heeft geen invloed op je borsten of je baarmoederslijmvlies. Net als medicijnen met oestrogenen remt raloxifeen de botafbraak, waardoor je bestaande botdichtheid in stand wordt gehouden. - Teriparatide
Dit medicijn zorgt ervoor dat de bothoeveelheid toeneemt en de kans op breuken afneemt. Je krijgt het alleen bij ernstige osteoporose waarbij je wervelbreuken hebt. Het moet elke dag gedurende 2 jaar onder de huid worden geïnjecteerd. - Romosozumab
Dit medicijn zorgt dat de bothoeveelheid toeneemt door de afbraak te remmen en de aanmaak te verbeteren.
De kans op botbreuken zal erdoor afnemen. Je krijgt dit medicijn alleen bij ernstige osteoporose met wervelbreuken. Daarnaast is het alleen toegestaan voor vrouwen na de overgang, die geen hartinfarct of beroerte in het verleden hebben gehad. Het moet elke maand gedurende 1 jaar onder de huid worden geïnjecteerd.
Lees hier een medicijnfolder over jouw medicijn
Behandelaars
Voor de behandeling van osteoporose kom je eerst bij je huisarts of een specialist, zoals een reumatoloog. Afhankelijk van de klachten die je hebt, krijg je hulp van andere behandelaars. Denk aan:
- Een oefen- of fysiotherapeut die je helpt en advies geeft welke vorm van bewegen voor jou geschikt is. Ook helpt de fysiotherapeut met en het sterk houden van je spieren. Vaak krijg je oefeningen die je zelf kan doen.
- Een cursus valpreventie: fysiotherapie-praktijken organiseren vaak cursussen valpreventie. Hierbij krijg je in een groepje oefeningen om je balans en kracht te verbeteren.
- Een diëtist: deze geeft je advies over voeding bij osteoporose.
Lees meer over verschillende behandelaars
Aanvullende behandelingen
Soms merken mensen met een reumatische aandoening een positief effect van alternatieve behandelingen. Overleg altijd eerst met je arts voordat je met een alternatieve behandeling begint omdat die die bijwerkingen kan geven of een wisselwerking kan hebben met de medicijnen die je gebruikt.
Lees meer over alternatieve behandelingen
Sinds januari 2023 krijg je geen vergoeding meer vanuit de basisverzekering voor vitamine D- en calciumsupplementen. Dus ook niet als je arts je hiervoor een recept heeft voorgeschreven.
Heb je botontkalking (osteoporose) of heb je zwakke botten (osteopenie), dan blijven deze supplementen natuurlijk nog steeds belangrijk voor jou. Calcium helpt je botten om sterk te blijven. Vitamine D helpt je lichaam weer om calcium op te nemen.
Blijf ze dus slikken. En bekijk hier een flyer van de Osteoporosevereniging met slimme kooptips: waar let je op als je de supplementen gaat kopen?
Meldpunt vitamine D en calcium
De Osteoporosevereniging heeft een meldpunt geopend om erachter te komen wat de bezuinigingsmaatregel voor gevolgen voor mensen met osteoporose heeft. Mogelijk kan de vereniging op een later moment met deze meldingen in gesprek gaan met de overheid om opnieuw te onderhandelen over de vergoeding.
Meer informatie
Heb je vragen? Stel deze aan je reumatoloog of huisarts.
Meer weten over leven met reuma?
Op reuma.nl vind je informatie over waar je in het dagelijks leven tegenaan kunt lopen en hoe je daarmee om kan gaan als je deze aandoening hebt.
Osteoporosevereniging
Website: osteoporosevereniging.nl
