Klachten aan je voeten komen vaak voor bij mensen met reuma.  Bijvoorbeeld pijn aan je enkelgewricht, je voorvoet, of een vergroeiing van je grote teen. Als je enkel of je voorvoet erg veel pijn doen en het kraakbeen van slechte kwaliteit is, is het vastzetten van je gewricht een mogelijkheid. Soms is een enkelprothese nodig.
Een vergroeiing van je grote teen heet ook wel ‘hallux valgus’. Is je grote teen erg vergroeid dan kan de orthopedisch chirurg een standscorrectie doen.

Het voetgewricht

De enkel is het gewricht tussen het onderbeen en de achtervoet. Dit gewricht wordt ook wel het bovenste spronggewricht genoemd. Er is ook een onderste spronggewricht.

In je voorvoet zitten meerdere kleinere gewrichten omdat er 4 botten dicht bij elkaar zitten:

  • sprongbeen
  • hielbeen
  • schuitvormig voetwortelbeen
  • kubusvormig voetwortelbeen

Deze 4 botten samen vormen het onderste spronggewricht.

De enkel

Is het kraakbeen in je enkel zwaar beschadigd waardoor je veel pijn hebt en je je enkel moeilijk kunt bewegen? Dan is een enkelartrodese een mogelijkheid. soms is het mogelijk om een prothese te plaatsen.

Als het kraakbeen in je enkel zwaar beschadigd is, je daardoor veel pijn hebt en je je enkel moeilijk kunt bewegen, is een enkelartrodese een mogelijkheid.

De enkel is het gewricht tussen het onderbeen en de achtervoet. De enkelartrodese houdt in dat je gewricht wordt vastgezet. Met een enkelartrodese is er geen beweeglijkheid meer in je enkel, dat merk je bijvoorbeeld met het lopen.

Of je in aanmerking komt voor een artrodese hangt af van verschillende factoren, onder andere:

  • de kwaliteit van het bot
  • de stand van de enkel
  • de mate van beschadiging van het gewricht
Enkelartrodese

De operatie

De orthopedisch chirurg maakt je enkel aan de voorzijde open. Daarna haalt hij het beschadigde gewricht weg en zet hij het onderbeen vast op het onderste sprongbeen (zie plaatje). Hij gebruikt hiervoor schroeven of krammen. Soms maakt hij gebruik van je eigen bot of bot van de botbank om de artrodese goed te krijgen. Na de operatie krijg je gips.

De duur van de operatie is afhankelijk van verschillende factoren, bijvoorbeeld hoe groot de schade aan je enkelgewricht is.

Specifieke complicaties bij enkelartrodese

Soms groeien de vastgezette botten niet goed aan elkaar, of maar heel langzaam. Je kunt je enkelgewricht dan nog steeds bewegen en dat is pijnlijk. Er is dan een nieuwe operatie nodig.

Verder gelden dezelfde risico’s als bij andere operaties.

Herstel

Direct na de operatie krijg je gips om je voet en onderbeen. Dit blijft 6 weken tot 3 maanden zitten. De eerste 6 weken mag je er niet op lopen.

Je mag naar huis als:

  • het gips goed zit
  • de wond goed geneest
  • de pijnstilling effect heeft
  • je goed kunt lopen met krukken of een looprekje

Weer thuis

Het gips mag eraf wanneer je botten goed aan elkaar zijn vastgegroeid. Dit kan soms 3 maanden, of langer duren. Met een röntgenfoto controleert je arts dit.

Problemen door gips
Soms wordt je voet blauw door uitgezakt bloed. Heb je daarbij een tintelend of doof gevoel in je tenen? Neem dan contact op met het ziekenhuis.

Belasten
Je arts vertelt je wanneer je je voet weer mag belasten. Meestal gebeurt dit geleidelijk, eerst met krukken en later zonder krukken. Je fysiotherapeut geeft je oefeningen en aanwijzingen over het geleidelijk opvoeren van de belasting. Overleg met je arts over wanneer het weer veilig is om auto te rijden, besturen van een scootmobiel of te fietsen.

Lange termijn
Na de operatie is je enkel minder beweeglijk. Het is mogelijk dat je dan aangepaste schoenen nodig hebt. De beweging die je enkel niet meer kan maken, wordt dan gecompenseerd door een schoen met een afwikkelbalkje.

Doordat je enkelgewricht is vastgezet worden de gewrichten in je voorvoet op een andere manier belast. Op de lange termijn kunnen deze gewrichten daardoor eerder beschadigen. Houdt hier zoveel mogelijk rekening mee en informeer bij je fysiotherapeut wat je kunt doen om dit te voorkomen.

Het resultaat op de lange termijn hangt sterk af van verschillende factoren: het herstel van je voet, je lichamelijke conditie en hoe je andere gewrichten eraan toe zijn. De meeste mensen hebben na een artrodese geen pijn meer en zijn tevreden over het resultaat.

Het enkelgewricht is een lastig gewricht om een prothese bij aan te meten. Dit komt omdat het een vrij klein gewricht is dat relatief zwaar wordt belast. Verder is het gewricht niet alleen een scharniergewricht: er vinden ook draai- en schuifbewegingen plaats.

Een enkelprothese bestaat uit drie delen: een vlak deel aan de onderzijde van het scheenbeen, een bolvormig deel op het sprongbeen en daartussenin een deel van plastic. Deze moeten zo gemakkelijk mogelijk kunnen bewegen ten opzichte van elkaar. Ook is het de bedoeling dat je je enkel enigszins in andere richtingen kunt bewegen. Door een zo goed mogelijke stand van de enkelprothese wordt de rest van je voet ontlast.

Enkelprothese

De operatie

De orthopedisch chirurg maakt je enkel aan de voorzijde open. De chirurg vervangt je beschadigde enkelgewricht door een kunstgewricht. De onderdelen van de prothese groeien vast aan de botten. Na de operatie krijg je gips.

De operatie duurt ongeveer 1,5 uur.

Specifieke complicaties enkelprothese

  • Infectie van prothese: Infectie van je prothese is een ernstige situatie. De prothese kan hierdoor losraken. Je krijgt langdurig antibiotica.
  • Instabiliteit: Je pezen en banden kunnen van slechte kwaliteit zijn doordat ze herhaaldelijk beschadigd zijn geraakt. Hierdoor is het moeilijk om het nieuwe gewricht zo af te stellen dat het stabiel is in alle richtingen waarin de enkel zich beweegt. Als je nieuwe gewricht minder stabiel is, laat het sneller los.

Verder gelden dezelfde risico’s als bij andere operaties.

Herstel

De eerste dagen na de operatie herstel je in het ziekenhuis. Direct na de operatie krijg je een gipsspalk en meestal een drain om wondvocht af te voeren.

Na 1 of 2 dagen gaat de drain eruit en krijg je loopgips. Dit blijft 4 tot 6 weken zitten. De eerste 2 weken mag je je enkelprothese nog niet belasten.

Je mag naar huis als:

  • het gips goed zit
  • de wond goed geneest
  • de pijnstilling effect heeft
  • je goed kunt lopen met krukken of een looprekje

Weer thuis

Problemen door gips
Soms wordt je voet blauw door uitgezakt bloed. Heb je daarbij een tintelend of doof gevoel in je tenen? Neem dan contact op met het ziekenhuis.

Belasten
Je arts vertelt je wanneer je je voet weer mag belasten. Meestal gebeurt dit geleidelijk, eerst met krukken en later zonder krukken. Je fysiotherapeut geeft je tips, oefeningen en aanwijzingen over het geleidelijk opvoeren van de belasting.

Lange termijn
Het resultaat op de langere termijn hangt sterk af van verschillende factoren: het herstel van je voet, je lichamelijke conditie en hoe je andere gewrichten eraan toe zijn. Door overbelasting of een infectie kan een tweede operatie nodig zijn. Een enkelprothese is lastig te vervangen. Daarom is het goed om overbelasting te voorkomen en je  belasting geleidelijk op te bouwen in overleg met je fysio- of oefentherapeut.

De voorvoet

Als je veel pijnklachten hebt aan je voorvoet waardoor lopen of andere dagelijkse activiteiten minder goed gaan, is een voorvoetartrodese een mogelijkheid.

De operatie

De orthopedisch chirurg haalt het beschadigde gewricht weg. Daarna zet hij 4 botten aan elkaar vast: het sprongbeen, het hielbeen en de twee aangrenzende middenvoetsbeentjes. Dit doet hij met krammen of schroeven. Soms maakt hij gebruik van je eigen bot of bot van de botbank om de artrodese goed te krijgen. Na de operatie krijg je gips. De operatie duurt ongeveer 1,5 uur.

Specifieke complicaties bij een voorvoetartrodese

Heel soms gebeurt het dat bij een voorvoetartrodese de botten niet goed aan elkaar groeien. Er is dan soms een nieuwe operatie nodig. Verder gelden dezelfde risico’s als bij andere operaties.

Herstel

Direct na de operatie krijg je gips om je voet en onderbeen. Dit blijft 8 tot 12 weken zitten. De eerste weken mag je er niet op lopen.

Je mag naar huis als:

  • het gips goed zit
  • de wond goed geneest
  • de pijnstilling effect heeft
  • je zelfstandig met krukken of een looprekje kunt lopen

Weer thuis

Het gips mag eraf wanneer je botten goed aan elkaar zijn vastgegroeid. Je arts controleert dit met een röntgenfoto. Meestal is dit na 8 tot 12 weken het geval. Het kan ook langer duren.

Je arts vertelt je wanneer je je voet weer mag belasten. Meestal gebeurt dit geleidelijk: eerst met krukken en later zonder krukken. Je  fysiotherapeut geeft je oefeningen en aanwijzingen over het geleidelijk opvoeren van de belasting.

Aangepaste schoenen
Na de operatie is je voet minder beweeglijk. Je kunt je voet niet meer naar binnen en naar buiten bewegen. Wel kun je je enkel nog buigen en strekken. Het is mogelijk dat je (nog steeds) aangepaste schoenen nodig hebt.

Langere termijn
Met een voorvoetartrodese kun je goed functioneren. Wel is het belangrijk dat je je enkel niet overbelast. Doordat je onderste spronggewricht is vastgezet, worden andere gewrichten op een andere manier belast en kunnen daardoor overbelast raken. Dit kan op de lange termijn klachten geven. Houdt hier zoveel mogelijk rekening mee en informeer bij je fysiotherapeut wat je kunt doen om dit te voorkomen.

Het grote teengewricht

Als je artrose of een vorm van ontstekingsreuma hebt, kan je grote teen aan één voet of  aan beide voeten scheef gaan staan. Dit heet ook wel: ‘hallux valgus’. Je krijgt daarbij meestal last van pijn en zwelling. Een standscorrectie van je grote teen is een mogelijkheid om deze klachten te verminderen.

Als je artrose of een vorm van ontstekingsreuma hebt, kan je grote teen aan één voet of  aan beide voeten scheef gaan staan. Dit heet ook wel: ‘hallux valgus’. Je krijgt daarbij meestal last van pijn en zwelling. Een standscorrectie van je grote teen is een mogelijkheid om deze klachten te verminderen.

Mogelijke oorzaken zijn:

  • Artrose: door verslechtering van het kraakbeen en een grote belasting op je voorvoet/grote teen, kan je grote teen gaan vervormen.
  • Vorm van ontstekingsreuma: door de ontstekingsreactie vermindert de kwaliteit van het kraakbeen in je grote teen gewricht en meestal ook je voorvoet. Pijnklachten en instabiliteit van je grote teen zijn dan het gevolg.
  • Te smalle schoenen: wanneer je te smalle schoenen draagt, raakt het gewricht van je grote teen bekneld en geïrriteerd.

Behandeling zonder operatie

Er bestaan verschillende slimme maatregelen en behandelingen die je klachten kunnen verminderen. Bespreek in overleg met je arts welke maatregelen jou helpen.
Goede schoenen kunnen vaak al veel schelen. Op thuisarts.nl lees je

tips over goede schoenen

Andere maatregelen of behandelingen zijn:

  • steunzolen
  • oefentherapie
  • teen-spreiders
  • orthopedische schoenen

Je wordt hiervoor vaak verwezen naar een podotherapeut, fysiotherapeut of orthopedisch schoenmaker.
Op thuisarts.nl lees je meer over deze maatregelen

De operatie

Blijf je ondanks deze maatregelen toch klachten houden? Overleg met je huisarts over een verwijzing naar de orthopedisch chirurg. Met een orthopedisch chirurg bespreek je of een operatie jou zou kunnen helpen en wat de voor- en nadelen van een operatie zijn.

Er zijn verschillende soorten operaties mogelijk voor hallux valgus. Bij de meeste operaties wordt het eerste middenvoetsbeentje doorgezaagd en daarna verschoven. Of het teengewricht wordt vastgezet in een rechtere stand. Heb je hallux valgus aan beide voeten, dan kunnen soms beide voeten in 1 operatie behandeld worden.

Bespreek met je orthopedisch chirurg welke operatie voor jou geschikt is. Er bestaan meerdere soorten operaties bij hallux valgus. Hierover lees je meer op zorg voor beweging

Risico’s en complicaties

Bij de operatie aan hallux valgus gelden dezelfde risico’s als bij andere operaties. Bij sommige aandoeningen loop je meer risico op complicaties (extra klachten) na je operatie. Dit is bijvoorbeeld het geval bij mensen met reumatoïde artritis en erge osteoporose (botontkalking). Je orthopedisch chirurg kan je meer vertellen over de risico’s en met jou de afweging maken of een operatie voor jou een verstandige keuze is.

Herstel

De botten die zijn rechtgezet of vastgezet moeten weer aan elkaar groeien. Dit heeft tijd nodig. Je voet wordt in het gips gezet. Dit blijft meestal 6 weken zitten, soms iets langer. In het begin is het nodig dat je met krukken loopt.

Het is belangrijk dat je de eerste dagen je voet goed hooghoudt als je zit of ligt. Zo beperk je de zwelling van je teen en voet. Ook helpt het tegen de pijn.

Je mag naar huis als:

  • het gips goed zit
  • de pijnstilling effect heeft
  • je zelfstandig kunt lopen met krukken of een looprekje

Weer thuis

Nadat het gips eraf is, mag je langzaam je voet meer belasten. Doe dit in overleg met je arts en/of fysiotherapeut. De revalidatie duurt ongeveer 2 tot 3 maanden.

Lange termijn

De meeste mensen zijn na ongeveer 3 tot 6 maanden helemaal hersteld. Na ongeveer 2 maanden na de operatie kan je platte, wijde schoenen aan.

Na de revalidatieperiode kun je je voet over het algemeen weer normaal bewegen. Het resultaat blijft meestal ook op de lange termijn goed. Soms gaat een teen opnieuw scheef staan, maar de kans hierop is klein.

Meer informatie

Wil jij meer informatie over de operatie, de risico’s en het herstel? Stel je vragen aan je arts.

Je leest meer informatie over de hallux valgus operatie op:

Zorgvoorbeweging.nl

 

De medische informatie op deze site wordt samengesteld en actueel gehouden door ReumaNederland, de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR), de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV) en de Nederlandse Health Professionals Reumatologie (NHPR).