Het heupgewricht
De heup is het gewricht aan de bovenkant van je been. Dit gewricht bestaat uit een heupkom en een heupkop, het is een zogenoemd kogelgewricht. De heupkom zit in het bekken, de heupkop is het uiteinde van het bovenbeen. Normaal gesproken zijn de kop en kom bekleed met glad kraakbeen. Als je kraakbeen slecht van kwaliteit is en je veel pijnklachten hebt tijdens dagelijkse handelingen zoals wandelen en fietsen, kom je wellicht in aanmerking voor een heupprothese.
De operatie
Tijdens de operatie lig je op je rug of op je zij. Dit is afhankelijk van hoe de operatie wordt uitgevoerd. De orthopedisch chirurg maakt een snee in de voorkant, zijkant of achterkant van je bovenbeen.
Vervolgens legt de chirurg op een zuinige manier het heupgewricht vrij. Hij zaagt je heupkop af en verwijdert deze. De chirurg verwijdert daarna het resterende kraakbeen uit je heupkom en plaatst daarna een nieuwe kom, ook wel cup genoemd.
Daarna plaatst hij een nieuwe kop met steel in je bovenbeen. Hij zet de kop in de kom. In de wond laat hij een drain achter om het wondvocht af te voeren. De operatie duurt ongeveer 1 uur.
Specifieke complicaties bij heupprothese
Bij een heupprothese kunnen de volgende complicaties van de heup optreden:
- Beschadiging van een zenuw: Tijdens de operatie kan een zenuw in je been bekneld of opgerekt raken. Mogelijk kun je daardoor je voet tijdelijk niet optillen. De kans hierop is erg klein: minder dan 1%. Meestal herstelt het vanzelf binnen een jaar. Je revalidatie duurt hierdoor wel langer.
- Heupluxatie: De kop van je nieuwe heup kan uit de kom schieten. Dit heet luxatie. De kans hierop is het grootst binnen 3 maanden na de operatie. Je krijgt van de fysiotherapeut instructies om dit te voorkomen. Bij luxatie voel je een klik en hevige pijn. Neem dan direct contact op met de afdeling Orthopedie of Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis.
- Trombosebeen: Na een heupoperatie heb je meer kans op een trombosebeen. Dit is een aderverstopping in je been door een bloedstolsel. Om dit te voorkomen krijg je bloedverdunnende medicijnen en blijf je na ontslag uit het ziekenhuis 3 maanden onder toezicht van de trombosedienst.
- Verschil in beenlengte: Heb je een verschil in beenlengte, dan wordt dit in principe hersteld tijdens de operatie. Je hebt dan geen aangepaste schoenen meer nodig. Toch lukt het niet altijd om het verschil op te heffen met een heupoperatie.
Verder gelden dezelfde risico’s als bij andere operaties.
Herstel
De eerste dagen na de operatie herstel je in het ziekenhuis. De eerste dag na de operatie wordt een röntgenfoto gemaakt om te controleren of je nieuwe heup goed zit. Als de uitslag goed is, ga je onder begeleiding van een fysiotherapeut of verpleegkundige uit bed en krijg je instructies hoe jij je heup het beste kunt belasten bij (op)staan, lopen en zitten. Van de fysiotherapeut krijg je ook oefeningen voor thuis die je heup beweeglijker en je spieren sterker maken.
Uiteraard krijg je na de operatie goede pijnstilling en medicijnen om trombose te voorkomen.
Weer thuis
Je mag naar huis wanneer je goed met krukken kunt lopen. Meestal is dit na enkele dagen, maximaal na 10 dagen. Soms mag je eerder naar huis. Waarschijnlijk functioneert je heup nu al beter dan voor de operatie.
Als je je heup nog niet optimaal kunt bewegen of als lopen nog lastig is, kun je de behandeling door de fysiotherapeut buiten het ziekenhuis voortzetten. Dit is niet altijd nodig. Doe thuis wel de oefeningen die de fysiotherapeut je in het ziekenhuis heeft geleerd.
