Het ellebooggewricht
De elleboog is het gewricht tussen de boven- en onderarm. Er zijn 3 botstukken bij de elleboog betrokken:
- de bovenarm (humerus)
- de ellepijp in de onderarm (ulna)
- het spaakbeen in de onderarm (radius)
Eigenlijk bestaat het ellebooggewricht uit 3 gewrichten in 1: het gewricht tussen bovenarm en ellepijp, het gewricht tussen bovenarm en spaakbeen en het gewricht tussen spaakbeen en ellepijp.

De operatie
De orthopedisch chirurg maakt een opening aan de achterkant van je elleboog. Vervolgens vervangt hij je beschadigde gewricht door een kunstgewricht. Om de bloeduitstorting na de operatie te verminderen, krijg je een slangetje in de wond (drain) dat wondvocht afvoert. Deze drain blijft een paar dagen zitten. Na de operatie krijg je een stevig drukverband om zwelling van je onderarm te voorkomen.
De operatie duurt ongeveer 2 uur.
Specifieke complicaties bij elleboogprothese
Bij een elleboogprothese kunnen de volgende complicaties optreden:
- Nervus ulnaris: Er loopt een zenuw heel dicht langs je elleboog, bij het ’telefoonknobbeltje’. Die zenuw heet nervus ulnaris. Door de operatie kan deze beschadigd raken. Na de operatie heb je dan tintelingen of een doof gevoel in je pink en ringvinger. Na verloop van tijd nemen deze klachten meestal af.
- Loslating: Soms gaat de prothese loszitten, bijvoorbeeld door een infectie. Dan is een nieuwe operatie noodzakelijk. Meld altijd aan je arts dat je een prothese hebt, dan krijg je zonodig uit voorzorg antibiotica als je bijvoorbeeld een onderzoek of ingreep moet ondergaan.
Verder gelden dezelfde risico’s als bij andere operaties.
Herstel
Na de operatie krijg je een nachtspalk en blijf je ongeveer een week in het ziekenhuis. De spalk voor de nacht draag je de eerste 6 weken na de operatie voor extra steun. Voorkom het maken van onverwachte bewegingen.
Oefentherapie
Na 4 tot 6 dagen ga je oefenen met de fysiotherapeut. Hij geeft je oefeningen om je elleboog weer goed te leren gebruiken.
Vanaf de eerste oefendag mag je zelfstandig oefenen om de beweeglijkheid van je elleboog te vergroten. Door te oefenen maak je ook je spieren sterker. Al na een paar dagen kun je je elleboog vrij goed bewegen. Alleen volledig strekken en buigen is niet mogelijk.
Voorzichtig belasten
De elleboogprothese is geplaatst in de dunne pijpbeenderen van je onder- en bovenarm. Te zware belasting van je arm zorgt er soms voor dat je prothese loslaat. Pas daarom op met het dragen van zware spullen en het trekken en duwen van zware lasten. Belast je elleboogprothese met niet meer dan 2 kilogram.
Weer thuis
Wanneer je weer thuis bent na de operatie kun je stukje bij beetje je dagelijkse bezigheden weer oppakken. Houd er rekening mee dat je een elleboogprothese niet zwaar kunt belasten. Pas ook op met infecties in je lichaam.
Dagelijks leven
Er zijn enkele punten waarop je moet letten bij je dagelijkse bezigheden:
- Beoefen geen sport waarbij je kracht zet met je armen, bijvoorbeeld tennis, badminton of handbal.
- Meld bij elke andere medische ingreep die je moet ondergaan dat je een prothese hebt, bijvoorbeeld ook bij een tandheelkundige ingreep
- Als er kans is op een infectie is het belangrijk dat je antibiotica gebruikt, bijvoorbeeld bij een volgende operatie. Overleg dit met je arts
- Heel soms gebeurt het dat je elleboog uit de kom raakt. Dit heeft meestal te maken met overbelasting of een verkeerde beweging. Neem dan direct contact op met je orthopedisch chirurg.
Resultaten
Met een elleboogprothese kun je je elleboog niet meer helemaal strekken. Maar dit beperkt je meestal weinig in je dagelijkse bezigheden. Je kan je elleboog vaak wel weer goed buigen. In de dagelijkse praktijk is dat vaak belangrijker.
Levensduur
Elleboogprotheses gaan 10 tot 15 jaar mee. Vaak is dan een tweede operatie nodig. Zo’n operatie heet een revisieoperatie. Hoe lang je met een prothese doet, hangt af van verschillende factoren: je dagelijkse activiteiten, overbelasting en slijtage van de prothese.
