ReumaNederland benoemt zeven universitaire onderzoeksgroepen die onderzoek doen naar artrose tot Research Centre of Excellence (RCE). Voor het onderzoek van deze RCE’s stelt ReumaNederland de komende 5 jaar 3,8 miljoen euro beschikbaar. ReumaNederland ondersteunt dit langlopende wetenschappelijk onderzoek omdat het uitzicht biedt op concrete doorbraken voor een betere behandeling van artrose, de meest voorkomende vorm van reuma die bijna 1,4 miljoen mensen treft.

Dit zijn de doorbraken waar de RCE’s op het gebied van artrose aan werken:

RCE onder leiding van prof. dr. ir. Jos Malda en prof. dr. René Castelein – UMC Utrecht: vernieuwing (regeneratie) van kraakbeen en bot in door artrose aangetaste gewrichten. Dit RCE loopt voorop in het maken van implantaten die in 3D worden geprint. Deze implantaten gemaakt van (lichaamseigen) cellen moeten zorgen voor natuurlijk herstel van het gewricht. Het RCE werkt ook aan een nieuwe behandeling voor artrose in de rug (aangetaste tussenwervelschijven). Dit is een injectie met een geneesmiddel of met cellen die ter plekke het herstel door het eigen lichaam op gang brengt.

RCE onder leiding van prof. dr. Floris Lafeber – UMC Utrecht: vormen of subtypen van knieartrose. Doel is een nog betere behandeling, afgestemd op de patiënt en zijn vorm van artrose. Dit RCE heeft de eerder genoemde nieuwe artrosebehandeling ontwikkeld, de kniedistractie. Patiënten kunnen binnenkort in steeds meer ziekenhuizen terecht voor kniedistractie, als alternatief voor een knieprothese. Het RCE gebruikt de gegevens van deze patiënten om de verschillende subtypen van knieartrose te onderscheiden.

RCE onder leiding van prof. dr. René van Weeren – Universiteit van Utrecht: artroseonderzoek van lab naar patiënt. Dit RCE loopt voorop in kennis over artrose en aangetaste tussenwervelschijven bij dieren en de behandeling daarvan. Nieuwe technieken worden ingezet voor het omzetten van die kennis naar nieuwe behandelingen voor dierpatiënten en ze worden verder ontwikkeld zodat deze uiteindelijk ook bij de mens kunnen worden toegepast.

RCE onder leiding van prof. dr. Peter van der Kraan – Radboudumc: het ontstaan van kraakbeenschade en pijn bij artrose. Eerder onderzoek van dit RCE heeft laten zien dat ontstekingen een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van knieartrose en zij zijn op het spoor van de mechanismen achter de steeds toenemende kraakbeenschade en pijn in het gewricht. Doel voor de komende 5 jaar is uit te vinden hoe kraakbeenschade en pijn precies ontstaan. Die kennis moet de basis vormen voor nieuwe behandelingen die kraakbeenschade en pijn door artrose verminderen.

RCE onder leiding van prof. dr. Margreet Kloppenburg – LUMC: betere behandeling van mensen met handartrose. Handartrose is een vorm van artrose die voor veel klachten en dagelijkse beperkingen zorgt, maar waarvoor nog weinig behandelingen beschikbaar zijn voor patiënten. Dit RCE is gespecialiseerd in onderzoek naar handartrose. Het onderzoekt richt zich op de oorzaken en het verloop van handartrose, door onderzoek te doen bij patiënten. Ook richt het onderzoek zich op behandelingen die de klachten en beperkingen beter bestrijden.

RCE onder leiding van prof. dr. Lodewijk van Rhijn – Maastricht UMC+: kweken van nieuw kraakbeen van hoge kwaliteit. Dat kan worden gebruikt om kapot kraakbeen in een gewricht te repareren en verdergaande artrose te voorkomen. Dit RCE heeft een nieuwe techniek ontwikkeld om nieuw kraakbeen te kweken. Het onderzoek moet ervoor zorgen dat voldoende gekweekt kraakbeen van goede kwaliteit kan worden geproduceerd, waardoor de behandeling van kapot kraakbeen sterk verbetert.

RCE onder leiding van prof. dr. Marcel Karperien – Universiteit Twente: injecteerbare pleister voor knieartrose. De injecteerbare pleister is een laagje (hydro)gel dat tijdens een kijkoperatie op kapot kraakbeen in de knie wordt gespoten. Dit RCE wil de toekomstige behandeling zo succesvol mogelijk maken door de gel die daarvoor gebruikt wordt verder te verbeteren. Door een nieuwe techniek kunnen er bijvoorbeeld (stam)cellen in de pleister worden verpakt, die zorgen voor beter herstel van kraakbeen. De hydrogel is nog niet geschikt voor behandeling van artrose, omdat de gel de druk bij normaal belasten van een gewricht nog niet aan kan. Ook daar wordt aan gewerkt om dat wel te gaan bereiken. Het RCE ontwikkelt ook diagnosemethoden voor artrose die in één oogopslag laten zien hoe gezond of beschadigd het gewricht is.