Nieuwe inzichten over de werking van ons DNA brachten onderzoeker dr. Jorg van Loosdregt (UMC Utrecht) op het spoor van een methode om jeugdreuma dichter bij de bron aan te pakken. In weefselcellen van reumapatiëntjes testte hij een middel dat al bekend was uit kankeronderzoek. Onder invloed van dat medicijn werden specifiek slechte genen geremd die ontstekingen veroorzaken bij jeugdreuma.

Jeugdreuma is een auto-immuunziekte die enorm inhakt in het leven van patiënten’, vertelt Jorg van Loosdregt. ‘Door ontstekingen in hun gewrichten hebben ze pijn. Soms is die alleen licht, maar soms kan een kind niets anders dan helemaal plat liggen. De patiënten missen vaak school, ze kunnen niet sporten, krijgen minder vriendjes. Het is van grote invloed op hun welzijn.’

Aan-uitknop van ons DNA

Zo’n twee jaar geleden viel Van Loosdregts oog op een aantal belangrijke wetenschappelijke inzichten over zogenaamde enhancers en superenhancers (vertaald: versterkers/superversterkers). Enhancers zijn de aan- en uitknoppen van ons DNA: als ze toegankelijk zijn voor signaalstoffen in ons lichaam zorgen ze ervoor dat genen actief worden of juist niet. Nu bleken er ook superenhancers te bestaan, stukjes DNA die de activiteit van onze genen nog verder verhogen.

Vondst uit het kankeronderzoek

De wetenschappelijke onderzoeken die dr. Van Loosdregt vond, gingen over genen die een rol spelen bij het ontstaan van kanker. Door de activiteit van de superenhancers te remmen met een bepaald molecuul, een zogeheten BET-remmer, worden deze genen geremd en vergeet de cel als het ware dat het een kankercel is. Van Loosdregt: ‘Ik las die artikelen en dacht: bij auto-immuunziekten is dat hetzelfde liedje. Het zou heel mooi zijn als je op dezelfde manier slechte genen kunt uitzetten.’

Superenhancers die alleen bij jeugdreumapatiënten voorkomen

Met zijn onderzoeksgroep in het UMC Utrecht vergeleek dr. Van Loosdregt het DNA van patiënten met jeugdreuma met dat van gezonde kinderen. In het DNA van bloed en het knievocht bekeken de onderzoekers nauwkeurig alle superenhancers. Vele daarvan kwamen bij beide groepen kinderen voor, maar sommige alleen bij jeugdreumapatiënten. Juist die superenhancers bleken gekoppeld te zijn aan genen die eiwitten maken die een ontstekingsreactie teweegbrengen.

Onstekingen remmen door de superenhancers te remmen

In het vervolg van het onderzoek keek Van Loosdregt en zijn team naar de cellen van de jeugdreumapatiënten. ‘Er waren daadwerkelijk meer ontstekingsstoffen aanwezig. Als we de patiëntencellen vervolgens met de BET-remmer behandelden, dan waren die ontstekingsfactoren vrijwel allemaal minder aanwezig. Dit betekent dus dat bij het remmen van de superenhancers specifiek de slechte genen bij jeugdreuma worden geremd.’

Alternatief voor de huidige behandelingen?

Van Loosdregt denkt dat jeugdreumapatiëntjes als het ware een te grote ‘aan-knop’ in hun genen hebben. Die knop uitzetten met BET-remmers zou een alternatief kunnen zijn voor de behandeling van jeugdreuma. Vermoedelijk geldt dit ook bij andere auto-immuunziektes. ‘Maar’, erkent Van Loosdregt, ‘zo’n behandeling ligt nog wel in de verre toekomst.’ Een volgende stap voor Van Loosdregts onderzoeksgroep is het testen BET-remmers die de farmaceutische industrie inmiddels heeft gemaakt.

Meer informatie

Het Reumafonds heeft uitgebreide voorlichting over jeugdreuma. De resultaten van dit onderzoek, uitgevoerd met een subsidie van het Reumafonds, publiceert Van Loosdregt op 17 september in het wetenschappelijke tijdschrift Cell Reports.