3 x kraakbeenreparatie

Er zijn verschillende behandelingen om beschadigd kraakbeen te repareren. Dit hangt onder meer af van de grootte van het defect:

Microfractuur
Bij een beschadiging kleiner dan 2 cm2. Er worden kleine gaatjes gemaakt in het bot van het gewricht. Hierdoor komen er stamcellen uit het beenmerg in de knie terecht. Deze klonteren samen en vormen een nieuw laagje kraakbeen op de plek van de schade. (Kijkoperatie).

Mozaïekplastiek
Bij beschadigingen van 2 tot 3 cm2. Bij deze techniek halen we staafjes bot/kraakbeen uit een minder belast gebied in de knie. Die plaatsen we vervolgens in het defect. (Open operatie)

Kraakbeentransplantatie (ACI)
Bij kraakbeenbeschadiging tussen de 2 en 8 cm2 is de ACI-behandeling mogelijk (ACI staat voor autologe chondrocyten implantatie). We halen kraakbeencellen uit het gewricht en die worden buiten het lichaam opgekweekt en zo vermeerderd. Zes tot acht weken daarna plaatsen we ze terug. (Twee operaties).

250 mensen per jaar

Kraakbeentransplantaties gebeuren in vier expertisecentra in Nederland (in het UMC Utrecht, Maastricht UMC, ETZ (Tilburg) en UMC Groningen). Jaarlijks ondergaan 250 mensen deze zogeheten ACI-behandeling. Dr. Roel Custers: Wij, het UMC Utrecht, doen het grootste deel van die patiënten: zo’n 50 tot 100 per jaar. De behandeling is niet nieuw, maar is ook niet heel erg bekend. En lang niet iedereen komt ervoor in aanmerking. Bovendien zijn de wachttijden voor de huidige behandeling lang; in Utrecht inmiddels langer dan een jaar.”

Operatie nu in 2 stappen

Wat houdt de huidige ingreep nu eigenlijk precies in? De orthopedisch chirurg legt uit: “De kraakbeentransplantatie is een ingreep waarmee we het gewricht als het ware aanzetten om zélf een defect te herstellen. Dat gebeurt met celtherapie.
Hiervoor nemen we tijdens een eerste ingreep een kraakbeenbiopt uit het gewricht. Hierin zitten maar een paar kraakbeencellen, de rest is matrix. Dit celmateriaal wordt vervolgens naar Duitsland verzonden en daar in een speciaal laboratorium opgekweekt totdat er veel meer kraakcellen zijn. Tijdens een tweede operatie plaatsen we de opgekweekte cellen dan weer terug in het defecte gebied.”

De nadelen en kosten

Hoewel de resultaten van de ACI-behandeling goed zijn, kleven er helaas toch een paar nadelen aan. “Ik vertelde het al: er zijn dus twee operaties nodig. De periode tussen die ingrepen duurt bovendien zes tot acht weken (dat was vroeger nog langer). En dan zijn er natuurlijk de kosten van deze twee-staps-methode: mensen liggen twee keer op de operatietafel. Daarom is een nieuwe methode ontwikkeld waarmee de transplantatie met één operatie kan. We zijn nu vrij ver in het onderzoek (genaamd IMPACT) naar het effect daarvan.”

Een-staps-transplantatie

Bij de een-staps-transplantatie worden andere technieken gebruikt dan bij de ACI-behandeling. Er is nu immers geen tijd om de kraakbeencellen op te kweken. Hoe kom je dan aan voldoende nieuwe cellen?

Restafval van kraakbeencellen

Roel Custers legt uit hoe zijn team te werk gaat: “We beginnen met het schoonmaken van het defecte kraakbeengebied. Hierbij ontstaat een soort restafval dat uit kraakbeencellen bestaat. Dit ‘afval’ gebruiken we als basis voor het materiaal dat we uiteindelijk zullen terugplaatsen. Dit materiaal, een soort gel, maken we zelf in onze eigen celtherapiefaciliteit in het UMC Utrecht. De patiënt verblijft op dat moment in de recoveryruimte. De totale procedure kost drie uur.

Beenmergcellen en fibrinelijm

Wat we doen: we snijden de kraakbeencellen heel klein en stoppen die met een vloeistof in een buisje. De kraakbeenmatix wordt afgebroken door een enzym in de vloeistof en daarna gaat dit in een soort centrifuge. De afgedraaide, losse cellen mengen we vervolgens met een soort stamcellen van donoren (voor wie het precies wil weten: dat zijn stromale beenmergcellen). Tot slot voegen we een speciale fibrinelijm toe. Zo ontstaat een gel met een combinatie van kraakbeen en stamcellen die we uiteindelijk in het defecte gebied kunnen terug spuiten.”

De eerste resultaten zijn veelbelovend

Hij vervolgt: “In onze eerste IMPACT-studie zijn 35 mensen op deze manier behandeld. Die hebben we vijf jaar kunnen volgen. De resultaten zijn erg veelbelovend, het is veilig en effectief gebleken. Zoals dat dan hoort in de wetenschap doen we nu een RCT (randomized controlled trial). In deze studie behandelen we dertig mensen met de nieuwe techniek en die vergelijken we met dertig mensen in een controlegroep die alleen fysiotherapie krijgen.”

Al 44 mensen behandeld

“De mensen uit de controlegroep mogen uiteindelijk na de onderzoeksperiode van negen maanden alsnog kiezen voor de ingreep”, vertelt de orthopeed. “Inmiddels hebben we daarom al 44 mensen behandeld. We zien vooralsnog goede resultaten.”

Samenwerking met Amerikaanse Mayo Clinic

En, vult hij aan: “Ondertussen loopt in de Verenigde Staten, in de prestigieuze Mayo Clinic, trouwens een gelijksoortig onderzoek (genaamd RECLAIM). De Nederlandse orthopedisch chirurg Daniel Saris en onderzoeker Jasmijn Korpershoek bestuderen daar ook deze techniek, zij gebruiken alleen een iets andere stamcellijn. De samenwerking tussen beide ziekenhuizen is erg belangrijk.”

Wie komen in aanmerking voor kraakbeentransplantatie?

Een operatie waarmee we het kraakbeen in de knie herstellen, heeft alleen zin als de knie daarna goed kan herstellen. En dat hangt af van verschillende factoren. Leeftijd en gewicht bijvoorbeeld. Maar ook de grootte en de plek van de kraakbeenbeschadiging spelen mee. Als er al heel duidelijk sprake is van artrose, dan is de kans helaas groot dat het kraakbeen minder goed zal herstellen.

Deelname aan dit onderzoek
Er is nog een klein aantal patiënten nodig voor het onderzoek naar de IMPACT-behandeling. Aan deelname zitten echter wel allerlei voorwaarden verbonden. Je mag bijvoorbeeld niet ouder zijn dan 45 jaar. Ook is de ingreep nog niet geschikt voor mensen met artrose. De behandeling heeft wél als doel om verdere gewrichtsschade zoals artrose te voorkomen.
Let op: lees alle voorwaarden hier goed door.

Waarom ReumaNederland dit onderzoek belangrijk vindt

Jaarlijks worden er heel veel kapotte gewrichten vervangen door protheses. In 2020 werden er alleen al 36.817 heupprothesen geplaatst en 26.811 in de knie. Die aantallen zullen helaas nog veel verder stijgen. Want we worden ouder en protheses worden op jongere leeftijd geplaatst. Iets waaraan ook weer allemaal nadelen kleven. Daarom steunt ReumaNederland onderzoek naar gewrichtbesparende behandelingen zoals: 

Kniedistractie
Bij deze ingreep wordt het kniegewricht voor zes weken een klein stukje uit elkaar getrokken met een speciaal frame. Het beschadigde kraakbeen wordt dan een tijdje niet meer belast. De eerste onderzoeken laten zien dat hiermee kraakbeenherstel in gang gezet wordt, waardoor je plaatsing van een prothese jaren kan uitstellen. Kniedistractie is voor mensen met artrose.
Lees hier meer.

Kraakbeentransplantatie
Deze ingreep is voor mensen die nog geen artrose hebben, maar bij wie kraakbeenschade is vastgesteld.

Meer informatie over de ingrepen in dit artikel:

  • Over de bestaande ACI-behandeling met twee operaties, vind je hier meer informatie.
  • Over de IMPACT-behandeling en alle voorwaarden voor deelname. Bekijk ook zeker het filmpje!
  • Dr. Roel Custers is ook betrokken bij het onderzoek naar de injecteerbare hydrogel, samen met professor Marcel Karperien van de Universteit Twente. Naar het verhaal.