„Adam is geen Eva”, zegt Irene van der Horst-Bruinsma van het Amsterdam UMC-Vumc. Ze is hoogleraar, reumatoloog en hield onlangs een oratie met dezelfde titel. „Onderzoek werd vroeger vooral door mannen gedaan, dus het is wel verklaarbaar dat er lang geen oog was voor vrouwen.” Onder de titel ’Treat me like a lady’ voert WOMEN Inc. campagne voor een meer gendersensitieve gezondheidszorg. Dat betekent erkenning voor de verschillen tussen mannen en vrouwen en dat deze worden meegenomen in onderzoek, preventie, diagnose en behandeling. In de zorg voor hartpatiënten zijn al verbeteringen waar te nemen. Een hartinfarct toont zich bijvoorbeeld bij vrouwen vaak anders dan bij mannen. Nu er meer oog is voor de symptomen die vrouwen ervaren, wordt een infarct minder vaak over het hoofd gezien.

Meer klachten

Monique Heijmans is senior onderzoeker chronisch zieken, zelfmanagement en diversiteit bij Nivel. Ze leidde het onderzoek naar de behandeling van reuma. „Zoals dat met hart- en vaatziekten is aangetoond, vermoedden we dat verschillen tussen mannen en vrouwen ook bij de behandeling van reuma een rol spelen. Dit onderzoek heeft laten zien dat vrouwen meer klachten hebben, slechter reageren op medicijnen en de behandeling moeilijker in hun leven in kunnen passen dan mannen. Zowel sociaal als in combinatie met hun werk en gezinsleven. Ook willen vrouwen meer betrokken zijn bij de behandeling en hebben meer behoefte aan goede informatie.”

Over de invloed van hun cyclus, zwangerschap en de overgang bijvoorbeeld. Heijmans: „Hormonale veranderingen kunnen effect hebben op je klachten en medicijnen kunnen gevolgen hebben voor een zwangerschap. Vrouwen die een kind verwachten willen misschien ook wel weten of hun kind erfelijk belast kan zijn. Een mondige patiënt vraagt naar dit soort dingen, maar het staat niet in de richtlijnen.”

Over het hoe en waarom van de verschillen in behandellast zijn veel vermoedens. De komende tijd zullen onderzoekers met patiënten en artsen gaan bekijken wat de belangrijkste zaken zijn om verder te exploreren. Van der Horst-Bruinsma: „Mijn vakgebied richt zich op de biologische verschillen, op sekse. Een vrouwenlichaam is anders dan een mannenlichaam en dat houdt niet op bij de primaire geslachtskenmerken. Zo hebben vrouwen andere pijnreceptoren en dat heeft invloed op hoeveel pijn ze ervaren. Maar ze hebben ook kleinere nieren en een kleinere lever. Dat zal invloed hebben op hoe goed ze de medicijnen afbreken en welke bijwerkingen ze krijgen.”

Niet biologisch

Heijmans onderzoekt vooral de verschillen die niet biologisch zijn. „Wanneer vrouwen hun haar verliezen als bijwerking van de medicijnen gaan ze daar over het algemeen anders mee om dan mannen. Hetzelfde geldt voor zichtbare vergroeiingen of aangepast schoeisel. Maar het is bijvoorbeeld voor vrouwen die kleine kinderen hebben ook moeilijker om afspraken met een fysiotherapeut in te plannen, om maar wat te noemen.” Over pijnbeleving is ook nog veel onduidelijk. Want het verschil in pijnreceptoren is biologisch, maar hoe goed iemand naar zijn lichaam luistert of hoe snel hij/zij aan de bel trekt is dat niet. „Daar komt bij dat je ook niet altijd kunt zeggen dat het een man-vrouw verschil is. Het kan ook iemands karakter zijn’’, zegt Heijmans. Er is dus nogal wat te onderzoeken de komende jaren. In ieder geval zal op basis van het Nivel onderzoek een bespreekwijzer worden ontwikkeld waarmee zorgverleners beter in kunnen spelen op de specifieke behoeften van mannelijke en vrouwelijke reumapatiënten. De eerste zorg is immers aandacht. Betere behandeling van zowel mannen als vrouwen zal hieruit volgen.

Bronvermelding: Noordhollands Dagblad, Yanaika Zomer