Een wethouder Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) die zelf geen reuma heeft, maar toch lid is van de lokale reumapatiëntenvereniging. Dat is de betrokkenheid van Leo Jongen, wethouder in Kerkrade. ‘Reuma is echt een heel vervelende ziekte en ik ben altijd onder de indruk van de verhalen van patiënten.’ Zijn gemeente lijkt reumavriendelijk te zijn. Hoe is het daar geregeld?

Uit een peiling van het Reumafonds blijkt dat veel mensen met reuma niet zo goed weten hoe zij van hun gemeente de zorg en ondersteuning moeten krijgen die zij nodig hebben. ‘Ook voor mensen met reuma is er de afgelopen 10 jaar veel veranderd’, legt wethouder Leo Jongen uit. ‘Als je vroeger aan bepaalde eisen voldeed, kreeg je je voorziening. Dat is nu niet meer zo: er wordt naar het hele plaatje gekeken. Daar staat tegenover dat er nu ook meer maatwerk mogelijk is.’

Zolang mogelijk blijven meedoen

Voor de wethouder gaat maatschappelijke ondersteuning over behoud van zelfredzaamheid. ‘In Kerkrade willen we dat mensen zoveel en zolang mogelijk zelfstandig blijven meedoen aan de maatschappij. Dat gaat over veel meer dan de Wmo. Het gaat ook over activiteiten die in de wijken worden georganiseerd, bijvoorbeeld bewegen en sport of sociale activiteiten. En het gaat erover of je kunt komen waar je naartoe wilt: zo min mogelijk obstakels als je de deur uit gaat en goed vervoer van deur tot deur. Heel belangrijk, juist ook voor mensen met reuma.’

Bewegen heel belangrijk

Leo Jongen is betrokken bij de Reumapatiëntenvereniging Kerkrade en komt met enige regelmaat op hun bijeenkomsten. ‘Ik ben zelfs lid geworden. Ik was zo onder de indruk van de verhalen van de mensen. De vereniging organiseert zelf het bewegen in warm water voor mensen met reuma. Begrijpelijk, vanwege de kennis over bewegen met reuma. Wij ondersteunen dat. We doen dat ook op andere manieren, in de wijken. Ook daar kunnen mensen met reuma gebruik van maken.’

Investeren in deskundige medewerkers

Toen de Wet maatschappelijke ondersteuning er kwam, kwamen ook de keukentafelgesprekken met de gemeente. ‘Dat is wel wat anders dan invullen of iemand aan de voorwaarden van een traplift voldoet’, legt Leo Jongen uit. ‘Wij hebben dan ook meteen geïnvesteerd in deskundige medewerkers. Dat zijn hbo-opgeleide ergotherapeuten en verpleegkundigen die doorvragen. Een traplift kán een oplossing zijn, maar misschien is het voor de langere duur veel beter om gelijkvloers te gaan wonen. Dat soort dingen proberen zij uit te vinden.’

Recht op ondersteuning bij keukentafelgesprek

Uit de peiling van het Reumafonds onder mensen met reuma blijkt dat lang niet altijd iedereen weet dat je recht hebt op ondersteuning bij het keukentafelgesprek met de gemeente. ‘Dat heet met een duur woord cliëntondersteuning’, legt de wethouder. ‘Sommige mensen doen het gesprek liever met een familielid of een goede vriend erbij, maar je hebt recht op een professional naast je als je met de gemeente praat. Dat vertellen wij ook altijd bij de aanvraag.’

Meer kennis over reuma

De wethouder geeft toe dat specifieke kennis over reuma altijd beter kan, iets dat ook uit de Reumafondspeiling is gekomen. ‘Reuma bestaat uit veel verschillende vormen en het zijn vervelende chronische aandoeningen. Goede informatie, bijvoorbeeld vanuit het Reumafonds, is altijd welkom’.

‘Mensen met reuma weten ons te vinden’

Gemiddeld genomen krijgt de gemeente Kerkrade een 7,5 voor de uitvoering van de maatschappelijke ondersteuning. ‘Een mooi cijfer, vindt Leo Jongen. ‘Wij blijven vertellen over wat er aan zorg en ondersteuning mogelijk is in Kerkrade. En net als anderen weten ook mensen met reuma ons te vinden.’