Tips om je voor te bereiden op het gesprek

Heb je een WIA-uitkering aangevraagd en ben je uitgenodigd voor een gesprek met de verzekeringsarts van het UWV?

Bereid je dan goed voor. We hebben de volgende tips:

Neem mee wat er in de uitnodigingsbrief van het UWV staat, bijvoorbeeld:
– de vragenlijst die het UWV je heeft opgestuurd: deze vul je van te voren in. De lijst helpt jou en de arts om je persoonlijke situatie in beeld te krijgen.
– je identiteitsbewijs
– de medicijnen die je gebruikt
– de naam en het adres van je huisarts en specialist
– het formulier voor de vergoeding van je reiskosten
– informatie van je eigen arts of behandelaar
– een lijstje met punten die je zelf hebt genoteerd

Vraag van te voren aan je arts of andere behandelaar om je klachten of beperkingen op papier te zetten. Vraag vooral ook aan je arts om de moeilijk meetbare klachten, zoals vermoeidheid of pijn te beschrijven. Misschien kan je arts je een rapport of brief meegeven.

Noteer je eigen punten op een lijstje en neem dat mee:

  • Wat heb je zelf allemaal gedaan om beter te worden of zo gezond mogelijk te blijven?
  • Wat wil jij in de toekomst en welke mogelijkheden zie je om te werken?
  • Wat voor mogelijkheden en beperkingen kom je tegen in je dagelijks leven en als je moet werken? Denk aan de werkelijkheid: dus maak het niet groter of kleiner dan het is.
  • Wat betekent een goede dag voor jouw functioneren? En wat betekent een slechte dag?
  • Wat zijn de gevolgen voor jou na een bezigheid: moet je dan rust nemen, of heb je bijvoorbeeld meer pijn?
  • Hoe is het verloop van je aandoening? Welke invloed hebben medicijnen en behandelingen daarop gehad?
  • Welke bijwerkingen heb je van je medicijnen?
  • Alles waarvan je denkt dat het goed is dat de verzekeringsarts het weet.

Neem een vertrouwd iemand mee naar het gesprek. Dit kan ook iemand van  een belangenvereniging of van de vakbond zijn. Spreek van te voren af wat die persoon voor je kan doen. Bijvoorbeeld vragen stellen, aantekeningen maken, of je aanvullen als je iets vertelt. Die persoon moet zich voor het gesprek wel kunnen legitimeren.

Oefen van te voren met een familielid, vriend of kennis om het gesprek te voeren. Vraag daarbij aan de ander om je kritische vragen te stellen.