Helpt u mee aan een nieuwe behandeling van artrose?

De injecteerbare pleister van prof. dr. Marcel Karperien van de Universiteit Twente, zou het dagelijkse leven van mensen met artrose wel eens flink kunnen verbeteren. De revolutionaire pleister beschermt het beschadigde kraakbeen in gewrichten én helpt het herstellen, zonder dat daar een operatie voor nodig is. Het is een hoopvolle ontwikkeling voor de meer dan 1 miljoen mensen met artrose in Nederland die pijnlijk beperkt zijn, elke dag weer. In de video hieronder legt prof. dr. Karperien in 2 minuten zelf uit hoe deze methode moet gaan werken:

Hoe werkt die injecteerbare pleister?

Bij artrose is het kraakbeen in gewrichten beschadigd waardoor bewegen pijnlijk is. Prof. dr. Karperien ontwikkelde een pleister die, net als bij een ‘gewone’ wond, ter bescherming over het beschadigde weefsel geplakt wordt. Karperien: “Deze vloeibare pleister bestaat uit een hydrogel die, eenmaal geïnjecteerd, stevig blijft plakken op de juiste plek en daar uithardt, net als een tweecomponentenlijm. De pleister biedt een grootmazige structuur, te vergelijken met een steiger, waaraan lichaamscellen zich hechten en zo nieuw kraakbeen opbouwen. De pleister beschermt dus niet alleen, maar blijkt dus ook te helpen met het herstel. Uiteindelijk lost de pleister op en neemt het nieuwe kraakbeen zijn eigen functie weer over.”

Wat betekent de injecteerbare pleister voor de artrosepatiënt van nu?

“Het is gewoon een veelbelovend en hoopvol onderzoek met een mogelijk resultaat binnen afzienbare tijd. Stel dat geld geen rol speelt, dan kunnen we uiterlijk in 2020 onder andere de preklinische tests afronden, de hydrogels en andere materialen in grote hoeveelheden maken en samen met orthopedisch chirurgen een klinisch testprotocol ontwikkelen. Die klinische test op mensen zou dan al begin 2021 kunnen starten. Aangenomen dat het hele traject met wetgeving goed verloopt zou deze nieuwe behandeling al eind 2023 beschikbaar kunnen komen voor artrosepatiënten. Maar zoals gezegd, daar zijn voldoende financiële middelen voor nodig.”